Ik ga weer naar Frankrijk! Deze zaterdag vertrekken we richting Bordeaux. Gewapend met mondkapjes, met als pleisterplaats onderweg de stad Tours en dan zondag door naar Bordeaux. 32 graden is het daar nu, maar daar zijn we al aan gewend, toch? Hmmm… net de Corona persconferentie gezien. Ik krijg het nu, zelfs zonder mondkapje, even benauwd. Maar als ik het zo hoor, is Amsterdam gevaarlijker dan een wijnchateau in de Gironde.
Ik ga natuurlijk niet voor het mooie weer naar Frankrijk. Ik ga naar Frankrijk vooral vanwege Frankrijk. Ik wil de geur van Frankrijk opsnuiven. Die geur, die heerlijke, zoete geur van Frankrijk…Dat ik Francofiel ben, is vooral de schuld van mijn ouders. Zeven jaar was ik, toen we voor het eerst naar Zuid-Frankrijk gingen. In die tijd een unicum. Niemand deed dat. Men ging naar Zandvoort of Castricum. Misschien naar Texel of, doe eens gek, naar het Drielandenpunt. Maar ik denk dat mijn ouders na de zoveelste verregende vakantie in een donker huisje in Schin op Geul besloten de zonnige weiden op te zoeken en naar Zuid-Frankrijk te gaan. Naar Le lavandou om precies te zijn. Met vouwcaravan en volgestouwde auto met, ja, ja, aardappels en erwtensoep mee, want je weet maar nooit wat je aantreft in den vreemde.
Voor dag en dauw stonden we op. Ik zeg dauw, omdat ik de dauw van die vroege, o zo spannende ochtenden nog haast voel en ruik. De bonne heure werd er op mijn deur geklopt. “Opstaan!”, zei mijn vader met ochtendschorre stem. Opstaan? En dan met blij bonzend hart bedenken: O ja, we gaan op vakantie! Naar Frankrijk!
Krentenbollen. Plastic bekers met schroefdop gevuld met appelsap. Appelsap die altijd een beetje naar de plastic beker smaakte. En dan rijden. Mijn moeder had altijd een grote doos met nieuwe Suske en Wiske’s, ingebonden Donald Duck’s en kinderboeken mee. Boeken van de bibliotheek. Alleen op de wereld. Annie M.G., Cissy van Marxveldt. Om de paar uur kregen we een nieuw exemplaar. De doos met snoep, idem. Om de zoveel kilometer kregen we een dropsleutel, snoepketting of spekkie. Dan de vaste bakens zoals de vaste camping onderweg. Nougat in Montélimar. De eerste palmbomen, en dan juichen! En dan de camping oprijden. De spanning. Welk plekje zouden we dit keer krijgen? Dan braken er drie weken aan van heerlijk kinderavontuur. Zwemmen, zandkastelen bouwen, erwtensoep eten bij 30 graden, ja, ja, je bent Nederlander of niet. Zwemmen, een crêpe met Nutella, zwemmen, Menthe á l’eau en Orangina. Zwemmen. Het geluid van de krekels. ‘s Ochtends ijsblokken halen, een ijskast was er niet. De zinderende hitte. Zwemmen, snorkelen. Chocoladekoeken van de supermarkt. Oh, heerlijke Franse supermarkt. Wat rook het daar heerlijk. Naar dille en Thijm. Naar knoflook en spek. Naar… spannend! Naar Frankrijk! Als ik nu in Frankrijk in een supermarkt kom ruikt het nog precies hetzelfde. Dan trekt mijn hele jeugd aan mij voorbij.Ik ga me lekker weer verlustigen aan Frankrijk. Koken met de heerlijke dingen die daar gewoon in de Franse supermarkt liggen. Eten in kleine restaurantjes. Crème Caramel en confit de canard. Stokbrood met brie of salami. Slakken. En misschien ga ik wel me wagen aan tripes dit keer. En natuurlijk: OESTERS, OESTERS en nog eens OESTERS! Maar vooral, vooral, vooral… ga ik me verlustigen aan de geur van Frankrijk

www.marijsloothaak.nl