Ik heb het rode potlood niet meegenomen. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Zal ik heel eerlijk zijn? De gedachte was wel door me heengegaan. Toen ik mijn vakje rood had gekleurd, netjes binnen de lijntjes. Niet zo slordig als op het voorbeeld staat afgebeeld! Want wie weet telt je stem dan niet, als je het slordig inkleurt, stel je voor. Dan heb je voor de kat zijn viool urenlang die debatten gevolgd. En had ik net zo goed níet de Stemwijzer, de Kieswijzer, de Stemchecker en het Kieskompas hoeven invullen.
Het stemhokje. Je stemt al vanaf je 18e maar toch voelt het elke keer weer onwennig. Dat taflellaken uitvouwen. En dan op zoek naar die voorkeurstem van die ene partij. Nog eens verder uitvouwen… Ja! Ik had het rondje helemaal netjes ingekleurd en bekeek mijn werk tevreden van een afstand, toen de gedachte door mij heen flitste: ‘En dat potlood neem ik lekker mee. Dat steek ik stiekem in mijn tas.‘ Ik keek links, rechts om me heen. Teveel getuigen. Ik besloot de beslissing even uit te stellen.
Eerst het geworstel met het niet te vouwen stembiljet. Ik overwoog er een prop van te maken of een vliegtuigje. Een zwevende kiezer! Maar nee, dan zou het stembiljet beslist niet meer geldig zijn. Ondertussen streed mijn geweten. En de braafheid won het van de wellust. De burgerlijkheid overtroefde de kleine dievegge die vast ook in mij huist.
Terwijl ik naar de stembus liep brandde het rode potlood in mijn hand. Zouden de vrijwilligers zeggen: ‘Goed gedaan mevrouw, u mag het rode potlood houden?’ Ze zeiden niets.
Met een stoer gebaar, maar met bloedend hart wierp ik het rode potlood in de bak.
En nu hoor ik dat het rode potlood inmiddels al voor 2500 euro op Marktplaats wordt aangeboden. Dat het een collectors item is. Dat je zonder selfie met Het Rode Potlood eigenlijk niet meer meetelt.
Ik heb het rode potlood niet meegenomen. Braverik. Maar mijn partij heeft wel gewonnen, dat scheelt.