De beste haring van Amsterdam..

Gelukkig! We hoeven geen mondkapjes meer op als we naar de Albert Cuyp gaan. Het schijnt dat het aantal bezoekers erg terugliep door die verplichting. Ik begrijp het wel. Een markt moet je zien, ruiken en… proeven. 

Al zo’n dertig jaar ben ik trouwe bezoeker van de Albert Cuypmarkt. In de jaren 80 studeerde ik in Amsterdam en ik woonde in de Quellijnstraat, met riant uitzicht op de blinde muren van de Heineken brouwerij. Twee-hoog vóór, in zo’n beroemde halve Amsterdamse woning. Met een douchebak, die je bovenop je WC zette; die WC diende dan tevens als afvoer. Je stond dus bovenop je WC te douchen. Allez, ik ga dit niet nader uitleggen.

Ik heb daar leren koken. Als autodidact. Ik toog naar de Albert Cuyp, kocht een lamsbout en ging vervolgens in kookboeken zitten uitprutsen hoe ik die moest klaarmaken. Of ik kocht een kreeft, of eendenborst… als het mislukte zat ik zelf met de gebakken peren.
Toen al stond de beroemde haringkraam van de familie Steur er. Al meer dan honderd jaar verkoopt de familie Steur de beste haring van Amsterdam. Vette, malse, zilte haring, aan de kar schoongemaakt, precies op de goede temperatuur. En, geloof me, ik kan het weten. Ik ben groot haringliefhebber, ik heb alle kramen geprobeerd in Amsterdam. Die kraam op het Koningsplein. Bij het Hugo de Grootplein. Op de kop van de Singel. Bij de Westermarkt. Best lekker, maar… De kraam op de Albert Cuyp wint met glans.  En Amsterdamser kan het niet. “Zeg het maar vrouw.” “Eén haring opeten.” Uitjes, zuurtje erbij?” “Alleen zuur graag.” Alsjeblieft schat.”

Heerlijke Lamsbout, kalfsvlees, dadels…

En daarna naar mijn geliefde Islamitische slagerij Bades. Vader en zoon, met een heerlijk assortiment aan kalfvlees, lamsvlees, en als u wilt, geitenvlees, noten, dadels en andere exotische heerlijkheden. Dadels die zo groot en sappig zijn dat ze direct uit het paradijs lijken te komen. En dan nog een wandelingetje over de markt. Misschien nog wat oesters?

Ooooh Albert Cuyp…