Op 5 mei denk ik aan mijn grootouders in de hongerwinter in Amsterdam.

Mijn grootouders hadden een groothandel in koffie, cacao, suiker en thee in de Amsterdamse Schinkelbuurt. Opa Bart Hertroys was een rasechte Amsterdammer, oma Martha Witte kwam van Texel. Hardwerkende middenstanders. Trots doorploeterend tijdens de Tweede Wereldoorlog. Overlevers van de Hongerwinter.

Urenlang konden ze vertellen over de oorlog, mijn grootouders. Dan zaten wij, kleinkinderen, op de dozen met koffie in het grote magazijn. Oh, wat rook het daar lekker. Naar koffie, thee, soms ook naar specerijen.
Dan verhaalde mijn grootvader, maagpatiënt, hoe hij op een fiets met houten banden melk ging halen bij de boeren, ver in de polder. Hoe hij zich door de barricades van de Duitsers moest liegen. Hoe ze in de ijzig koude Hongerwinter ’44 – ’45 houten blokjes onder de tramrails vandaan peuterden om op te stoken in de kachel. De bomen in het vondelpark waren allemaal al gekapt door de verkleumde Amsterdammers. Dan vertelde hij over de onderduikers. Hoe het weinige eten over vele mensen moest worden verdeeld. Hoe honger, het overléven, soms oerangsten en oerdriften bij de mens naar boven brengt.
Dan praatte hij over de boot bij het Centraal Station, die regelmatig een pakket schapenvlees, kaas en aardappels uit Texel bracht. Wat een zégen, als manna uit de hemel kwam er soms zo’n overlevingspakket voor Martha Witte van Texel. Hoe ze deze kostbare lading dan door de stad naar huis moesten brengen met een houten kar. Met een snik zei mijn grootvader hoe ze de hongerige mensen letterlijk van zich af moesten slaan. “Blijf af! Dit eten is van ons…” Mijn moeder zat op de kar en moest met een stok op de handen slaan van mensen die hun kostbare lading wilden stelen. Veertien jaar was ze.
Verbeten zetten ze door, naar huis. Want thuis wachtten ook hongerige monden; familie, buren, vrienden en onderduikers. Mijn grootmoeder vertelde over de moeders wiens zonen werden opgepakt. Over de Joodse buren die bij de laatste razzia tóch nog werden meegenomen. Over de pop, die mijn moeder meegaf aan het Joodse buurmeisje.
Mijn grootouders hebben het overleefd. Maar de wonde bleef. Elk jaar, op 4 mei, herdachten zij degenen die het níet gehaald hebben. Op Bevrijdingsdag herdenk ik mijn grootouders. Zij konden het navertellen.

Onderschrift foto:  Bart Hertroys en Martha Hertroys – Witte.